Inleiding en kerncijfers
Beleidsmatig maakt architectuur deel uit van de bredere ontwerpsector, waar ook design en digitale cultuur onder vallen, en van de culturele en
Geldstromen
Onderstaande visualisatie bevat data over (1) de omzet van bouwkundig architecten, (2) de verdeling van type opdrachtgevers van leden van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus en (3) het gemiddelde uurloon van architecten. Via de tabbladen boven elke figuur kan gewisseld worden tussen de verschillende grafieken.
Bron: CBS en BNA
Subsidies Stimuleringsfonds Creatieve Industrie
Onderstaande visualisatie bevat data over (1) de subsidies voor architectuur vanuit het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en (2) de verdeling van subsidies van het Stimuleringsfonds per discipline
Bron: Stimuleringsfonds Creatieve Industrie
Trends en ontwikkelingen
Architectuur in transitietijd: van duurzaam belang
Het ruimtelijk vormgeven van de leefomgeving gaat bijna automatisch gepaard met sociaal-maatschappelijke vragen. Hoe zorgen we ervoor dat onze bouwcultuur aansluit op een duurzame toekomst? Hoe kan en zou architectuur moeten bijdragen aan urgente transitieopgaven zoals de stikstofproblematiek, de ontwikkeling van een circulaire economie of de krappe woningmarkt? En hoe verhoudt een nieuw project zich tot bouwregelgeving zoals de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) en de eisen voor
Architecten en ontwerpers van de ruimtelijke omgeving worden steeds vaker gepresenteerd als experts op het gebied van verandering. In de Jaarrapportage 2021: De ruimtelijke ontwerpsector ontleed worden architecten bijvoorbeeld gezien als
Hierbij speelt niet alleen ontwerp een rol, maar ook ontwerpend onderzoek: het gezamenlijk verbeelden van de toekomst en ruimtelijke interventies door middel van onderzoek en experiment (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie 2020). Zo zijn met het project Stad van de Toekomst een nieuw denkkader en vocabulaire ontwikkeld voor de herontwikkeling van de oostelijke stadsrand van Utrecht. Want hoe kan de stad van de toekomst immers worden vormgegeven wanneer wordt vastgehouden aan bestaande paradigma’s? Ook het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie biedt in de periode 2021-2024 ruimte aan dergelijk ontwerpend onderzoek, om daarmee omvangrijke transitieprocessen aan te pakken en de ruimtelijke kwaliteit van Nederland te verbeteren.
In het huidige aanbod van architectuur en de waardering ervan zijn transitieopgaven ook duidelijk te herkennen. Voor de verkiezing Beste Gebouw van het Jaar – jaarlijks georganiseerd door de Branchevereniging van Nederlandse Architectenbureaus (BNA) – is veel aandacht voor duurzaamheid en klimaat. Zo werd in 2022 Museum Singer Laren door zowel vak- als publieksjury verkozen tot Beste Gebouw en geprezen om het hergebruik van bestaande bouwdelen waarop – onzichtbaar voor passanten – zonnepanelen zijn geplaatst (Hannema 2022). In de spelregels van het Beste Gebouw van het Jaar 2022 is inmiddels ook opgenomen dat gebouwen die excelleren in duurzaamheid of circulariteit een streepje voor hebben bij de vakjury.
Een voorbeeld op internationaal niveau is het Nieuw Europees Bauhaus (NEB), een in januari 2021 gelanceerd initiatief van de Europese Commissie. Het doel ervan is om op een culturele, duurzame en inclusieve manier invulling te geven aan de Europese Green Deal. De Green Deal omvat een reeks beleidsinitiatieven voor alle sectoren met als doel om Europa voor het jaar 2050 klimaatneutraal te maken.
Het NEB wordt gepresenteerd als een interdisciplinair platform waar kunstenaars, ontwerpers, ingenieurs, wetenschappers, ondernemers, architecten, studenten en andere geïnteresseerden hun ideeën voor een groene transitie kunnen delen. Ook worden er geldprijzen uitgereikt om deze ideeën verder te kunnen ontwikkelen. Daarnaast ambieert het NEB om burgers, experts, bedrijven en instellingen met elkaar in gesprek te laten gaan over de toekomstbestendige woonomgeving.
Dichter bij de samenleving
Met de nieuwe Omgevingswet – die op 1 januari 2024 in werking treedt – wordt op nationaal niveau eveneens gestreefd naar meer samenwerking tussen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het idee is dat ruimtelijke projecten dichter bij de samenleving komen te staan en dat participatie binnen projecten wordt bevorderd. Een voorbeeld van zo’n samenwerking is de nieuwe openbare ruimte van het Berlijnplein in Utrecht, dat door BOOM Landscape in co-creatie met bewoners wordt ontwikkeld en in 2025 wordt opgeleverd.
Dit sluit aan bij het belang en de opkomst van zogeheten stadmakers. Bewoners nemen het heft in eigen hand en denken zelf na over hoe hun leefomgeving kan worden verbeterd. Stadmakers zijn daarbij de schakel tussen de burgers en gemeenten, waarbij de verschillende wensen met elkaar worden verbonden. Zoals ook de Raad voor Cultuur omschrijft: ‘de trend (…) vraagt om een nieuwe rol van ontwerpers. Behalve initiatiefnemers zijn ze in dit soort processen vaak regisseur, ontwikkelaar en verbinder.’ (Raad voor Cultuur 2018, 14).
Opdrachten, selectieprocedures en uitsluiting
Hoe komen architecten aan hun opdrachten? Naast directe opdrachten van opdrachtgevers vergaren architecten nieuwe opdrachten door middel van aanbestedingen. Daarbij kunnen architecten(bureaus) zich inschrijven voor een aangeboden opdracht, waarna de opdrachtgever de opdrachtnemer selecteert uit het totaal aantal inschrijvingen.
Opvallend is dat de animo voor deelname aan dergelijke selectieprocedures is afgenomen onder kleinschalige bureaus en zelfstandige ontwerpers (Atelier Rijksbouwmeester et al. 2020). Want hoewel opdrachtgevers wettelijk verplicht zijn om een redelijke tenderkostenvergoeding te bieden – een vergoeding voor de kosten die gemaakt moeten worden om een inschrijving te kunnen indienen – staat dit niet altijd in verhouding tot de te verrichten inspanningen van de potentiële opdrachtnemers.
Grotere bureaus zijn beter bestand tegen de financiële risico’s die selectieprocedures met zich meebrengen, waardoor zij vaker (kunnen) meedoen met aanbestedingen (Atelier Rijksbouwmeester et al. 2020; Koetsenruijter en Kloosterman 2018; Rutten et al. 2019). Uit onderzoek van de BNA blijkt dat in 2021 ongeveer 88 procent van de grootste architectenbureaus (meer dan 40 fte) meedeed aan selecties, terwijl dat aandeel bij de kleinste bureaus (tot 5 fte) slechts 8 procent is. Als belangrijkste redenen om niet of incidenteel mee te doen met selecties noemen (ondervraagde) bureaus de kleine kans op het binnenhalen van de opdracht en de hoge kosten en eisen (BNA 2022a).
In de gesprekken met de sector die voor deze domeinpagina zijn gevoerd wordt het bovenstaande gezien als een bepaalde vorm van uitsluiting. Door als opdrachtgever bijvoorbeeld hoge eisen te stellen aan het portfolio van de opdrachtnemer, kunnen kleine bureaus zich bij voorbaat moeilijker kwalificeren. Ter verbetering van de aanbestedingspraktijk wordt gekeken naar een aanpassing van de Aanbestedingswet en wordt de toepassing van de Handreiking Tenderkostenvergoeding geëvalueerd (BNA 2022a). Ook het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie stelt aan kleinere architectenbureaus verschillende middelen beschikbaar om zich te ontwikkelen, bijvoorbeeld via de Regeling Architectuur en in het nieuwe Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp.
Versnipperde beroepsgroep en groei zzp’ers
Wanneer we breder kijken dan de arbeidsmarktrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, valt op dat de architectuurbranche als geheel meer versplinterd is geraakt door schaalverkleining. Deze fragmentatie is een gevolg van de financiële crisis in 2008: de omzet van de architectenbranche daalde van ruim 1,6 miljard euro naar 725 miljoen euro in 2012 (Heebels en Kloosterman 2016; Raad voor Cultuur 2018). Als gevolg hiervan heeft een grote ontslaggolf bestaande bureaus gereduceerd tot eenpersoonsbedrijven terwijl architecten zonder baan voor zichzelf zijn begonnen (Koetsenruijter en Kloosterman 2018). De toename van zelfstandigen binnen de sector is dan ook aanzienlijk: van 19,5 procent
Arbeidsmarkt
Onderstaande visualisatie bevat data over (1) het aantal inschrijvingen bij het Bureau Architectenregister per subsdiscipline, (2) het aantal banen voor werknemers en het aantal zzp’ers bij architectenbureaus en (3) het aantal architectenbureaus.
Bron: CBS en Bureau Architectenregister
Door al deze eenpitters versnippert de beroepsgroep, zo wordt gevreesd door verschillende belangenbehartigers in de sector. In economische termen zijn zelfstandige architecten kwetsbaarder en hebben zij relatief weinig middelen om te investeren, waardoor zij bijvoorbeeld minder gemakkelijk mee kunnen doen met selectieprocedures voor opdrachten. Ook wordt gesignaleerd dat de toename van het aantal zzp’ers een negatieve invloed heeft op de kwaliteit en professionaliteit van het veld. De fragmentatie heeft ook effect op de slagkracht van zowel de zzp’ers als de gehele sector, aangezien de collectieve organisatie van de beroepsgroep wordt belemmerd (Koetsenruijter en Kloosterman 2018).
Het Bureau Architectenregister geeft uitvoering aan de Wet op de Architectentitel (1987) en beheert de officiële registratie van architecten, onderverdeeld in de vier disciplines architectuur, stedenbouw, interieurarchitectuur en tuin- en landschapsarchitectuur. In 2018 stonden er 13.750 personen ingeschreven bij het
Het aantal zelfstandigen is relatief het grootst bij de interieurarchitecten, gevolgd door de (bouwkundig) architecten en de tuin- en landschapsarchitecten. Wat betreft de verdeling zelfstandigen en werknemers laten de cijfers van het Architectenregister echter geen trends zien, aangezien deze alleen in 2018 gemeten is. Wel kunnen we kijken naar de gegevens van het CBS, gebaseerd op de relevante SBI-codes, waarbij we zien dat het aantal zelfstandigen sinds 2010 groeit (zie de figuur ‘Architectenbureaus: Aantal werknemers en aantal zzp’ers’). Kanttekening hierbij is dat het alle werkenden binnen de SBI-code voor Architecten betreft, dus niet enkel de officieel geregistreerde architecten. In samenhang daarmee is het ook van belang om te noemen dat het CBS in de periode 2017-2019 maar liefst 19.000 ‘architecten van gebouwen’ en 3.000 ‘landschapsarchitecten’ telt (CBS 2021a). Niet iedere architect in Nederland draagt dus de wettelijke titel architect: er zijn volgens de cijfers van het CBS meer architecten dan inschrijvingen bij het Architectenregister.
Diversiteit en gelijkwaardigheid op de arbeidsmarkt
Wanneer gekeken wordt naar
Diversiteit
Deze visualisatie bevat data over (1) het aantal mannen en vrouwen per subdiscipline en (2) het aantal afgestudeerde mannen en vrouwen per opleiding op hbo-niveau en (3) op wo-niveau.
Bron: CBS
De verschillen tussen vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt zijn bovendien terug te zien in het soort arbeidscontract en de beloning. De Jaarrapportage 2021: De ruimtelijke ontwerpsector ontleed laat zien dat hoe hoger het brutoloon is, hoe lager het aandeel vrouwen. En ook al zijn vrouwen oververtegenwoordigd in de discipline interieurarchitectuur, ook hier is sprake van ongelijkheid qua deeltijd en relatief lager bruto (maand)loon (Kempen et al. 2021). De architectuursector is daarmee geen uitzondering: in de algehele Nederlandse economie bestaat er nog steeds een loonkloof tussen vrouwen en mannen. In 2018 is het
Op Europees niveau komt Nederland er ook bekaaid vanaf wat betreft genderverhoudingen in de architectuursector. Het Europese gemiddelde ligt in 2020 namelijk op 42 procent vrouwelijke architecten – een stijging van 11 procentpunt ten opzichte van 2010 – tegenover 30 procent in Nederland. De Scandinavische landen doen het een stuk beter: Noorwegen 44 procent, Denemarken 51 procent, Finland 53 procent en Zweden staat bovenaan met 58 procent (Mirza & Nacey Research 2021). En hoewel de Nederlandse cijfers gebaseerd zijn op een kleine steekproef, komt dit beeld overeen met de bevindingen in de Jaarrapportage 2021: De ruimtelijke ontwerpsector ontleed en cijfers van het CBS (Kempen et al. 2021; CBS 2021b).
Initiatieven als Mevr. De Architect, een rubriek van het online architectuurmagazine A.ZINE, of het thema ‘Vrouwen Ontwerpen’ van de Architectuurprijs Almere (APA) 2022 helpen de aanwezige vrouwen in de sector zichtbaarder te maken en bieden hun een podium. Bovendien zien we dat het aantal vrouwen in het wetenschappelijk onderwijs bij Architectuur en stedenbouwkunde sinds het studiejaar 2017/2018 bijna de helft is van het totaal aantal gediplomeerden. Bij de wetenschappelijke opleiding Bouwkunde en civiele techniek blijft het aantal vrouwen hangen op ongeveer een derde van de gediplomeerden.
Uiteraard gaat diversiteit over meer dan genderverhoudingen op de arbeidsmarkt. Voor architectuur ontbreekt het echter aan een structurele vorm van monitoring en gegevensverzameling om op dit moment verder te kijken dan de vrouw-manverhouding.
Impact corona
Ondernemers in de bouwketen zijn minder optimistisch dan een half jaar geleden, zo blijkt uit Monitor Bouwketen najaar 2022 en de BNA Conjunctuurmeting van najaar 2022 (BNA 2022b, BNA 2022c). Architectenbureaus verwachten de komende tijd een daling van het aantal nieuwbouwprojecten en melden een gemiddelde werkvoorraad van 4,7 maanden. Dat is een daling van 1,2 maanden ten opzichte van de voorjaarsmeting (BNA 2022b). Eén van de vijf ondernemers verwacht bovendien een daling van de omzet, en één op de vijftig ondernemers denkt het personeelsbestand te verkleinen (Ibid.). Door prijsstijgingen en leveringsonzekerheid vertraagt naast de woningbouw ook de verduurzaming. De stikstofcrisis en de daardoor optredende stagnatie in de vergunningverlening bij overheden, opdrachtgevers en aannemers komen daar nog bij (BNA 2021a).
Dit terwijl er op het gebied van woon-, werk- en leefomgeving urgente maatschappelijke vraagstukken spelen. Zo hebben de lockdowns tijdens de coronacrisis laten zien dat de noodzaak voor een toegankelijke openbare ruimte niet gelijk is verdeeld (Boer 2020). Dat tijdens de lockdowns cafés en restaurants, bibliotheken, warenhuizen, theaters, musea en bioscopen gesloten waren raakte de hele bevolking, maar niet iedereen even hard (Ibid.). Bij het herstel van de sector is het hierom goed om na te denken over inclusiviteit van de openbare ruimte en de diversiteit van de stad.
Een gezonde leefomgeving is belangrijk gebleken in tijden van lockdowns en thuiswerken, maar het vraagt ook om ruimte in woningen (Boer 2020, BNA 2021b). Ruimte die op zichzelf al schaars is. De woningcrisis heeft zich in de coronajaren 2020 en 2021 nog verder verdiept en is in 2020 met 69.000 opgeleverde woningen het streefcijfer van 80.000 woningen niet gehaald (Hulsman 2021). ‘Dat vraagt van ruimtelijk ontwerpers een proactieve rol in het gemeentelijke, regionale en landelijke debat over de ruimtelijke ordening. Maar het vraagt vooral ruimtelijk leiderschap op lokaal en regionaal niveau,’ spreekt BNA-directeur Fred Schoorl (BNA 2021a).
Wat willen we verder weten over de architectuursector?
In de toekomst zouden we met de Cultuurmonitor meer aandacht willen besteden aan architectuur en beroepsonderwijs. De vraag is bijvoorbeeld hoeveel ontwerpers er werkelijk doorstromen en waar zij vervolgens terechtkomen, ook buiten de praktijk van een ontwerpbureau. Er is daarnaast nog onvoldoende zicht op het effect van de beroepservaringsperiode (een verplichting voor de officiële registratie als architect) op de instroom in het Architectenregister (Kempen et al. 2021). Tijdens deze tweejarige periode doen recent afgestudeerden beroepservaring op onder begeleiding van een mentor. De regeling is pas sinds 2015 van kracht.
De architectenbranche is bovendien niet gebonden aan landsgrenzen. Het is bij uitstek een domein dat vanuit een internationaal perspectief bezien moet worden, en waar ook vanuit het cultuurbeleid prioriteit aan gegeven wordt (Engelshoven 2019). Niet alleen zijn Nederlandse architecten en bureaus werkzaam in het buitenland, ook Nederland zelf trekt veel internationale studenten aan. De impact van deze tweesporige wisselwerking op het Nederlandse ontwerpklimaat verdient nadere aandacht in toekomstige updates van de Cultuurmonitor.
Op het gebied van maatschappelijke opgaven is het wenselijk dat architecten of ontwerpers zich voldoende bewust zijn van de diversiteit in de samenleving. Daarom is diversiteit in de architectuursector zelf een belangrijke voorwaarde om recht te kunnen doen aan de verscheidenheid aan behoeften en voorkeuren wat betreft de eigen leefomgeving. In tegenstelling tot de hierboven uitgelichte genderverhoudingen is er weinig zicht op diversiteit in afkomst of etniciteit. En hoewel de Barometer Culturele Diversiteit – een dashboard van het CBS met cijfers over culturele diversiteit op de arbeidsmarkt – nog uitgaat van de
Tot slot is voor deze eerste inventarisatie van het domein gesproken met experts op het gebied van architectuur en de beroepsgroep architecten, wat de grootste beroepsgroep binnen deze brede sector is. Verder is gebruikgemaakt van zo veel mogelijk data over andere disciplines zoals landschaps- of interieurarchitectuur, maar specifieke trends uit deze subdisciplines zijn mogelijk onderbelicht. Voor een representatiever – en daarmee diverser – beeld van de sector zullen wij hier bij de volgende update meer aandacht aan besteden.
Meer weten over het domein Architectuur?
Bekijk meer data over het domein Architectuur in het dashboard van de Cultuurmonitor.
Meer literatuur over het domein Architectuur is ook te vinden in de kennisbank van de Boekmanstichting.
Literatuur
Architectuur Lokaal (2016) Tussen de regels: beter aanbesteden van architectuuropdrachten. Amsterdam: Architectuur Lokaal.
Architectuur Lokaal (2019) Portfolio: prijsvraagcultuur in Nederland. Amsterdam: Architectuur Lokaal.
Atelier Rijksbouwmeester et al. (2020) Ruimte in transitie: jaarrapportage over de ruimtelijke ontwerpsector / 2020. Den Haag: Atelier Rijksbouwmeester.
BNA (2021a) ‘Helft architectenbureaus verwacht meer omzet’. Op: www.bna.nl, 30 november.
BNA (2021b) ‘Gemengde stad, gemengd leven en werken’. Op: www.bna.nl, 14 december.
BNA (2022a) ‘Bureaus kieskeuriger bij architectenselecties’. Op: www.bna.nl, 4 juli.
BNA (2022b) ‘Leveringsproblemen in bouwketen leiden tot andere keuzes in ontwerpfase, projectvoorbereiding en -uitvoering’. Op: www.bna.nl, 21 december.
BNA (2022c) ‘Architectenbureaus: “Werkvoorraad daalt, woningbouw vertraagt, tarieven gaan stijgen”’. Op: www.bna.nl, 16 november.
Boer, M. de (2020) ‘Blog – Hoe overleeft de binnenstad een lockdown?’. Op: www.dearchitect.nl, 16 april.
BZK en OCW (2020) Actieprogramma ruimtelijk ontwerp 2021-2024: ontwerp verbindt. Den Haag: BZK en OCW.
CBS (2020) ‘Monitor Loonverschillen mannen en vrouwen, 2018’. Op: www.cbs.nl, 26 november.
CBS (2021a) ‘Kunstenaars en werkenden in overige creatieve beroepen, 2017/2019’. Op: www.cbs.nl, 7 juni.
CBS (2021b) ‘Werkzame beroepsbevolking’. Op: www.cbs.nl, 18 mei.
CBS (2022) ‘CBS introduceert nieuwe indeling bevolking naar herkomst’. Op: www.cbs.nl, 16 februari.
Engelshoven, I.K. van (2019) Uitgangspunten cultuurbeleid 2021-2024. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Hannema, K. (2022) ‘Vak- én publieksjury kiezen vernieuwd Museum Singer Laren tot Beste Gebouw’. Op: www.volkskrant.nl, 12 mei.
Heebels, B. en R.C. Kloosterman (2016) Van binnen naar buiten. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
Hulsman, B. (2021) ‘Vooral ‘sociale’ gebouwen in jaarboek’. Op: www.nrc.nl, 27 mei.
Kempen, S. van et al. (2021) De ruimtelijke ontwerpsector ontleed: jaarrapportage over de ruimtelijke ontwerpsector / 2021. Den Haag: Atelier Rijksbouwmeester.
Koetsenruijter, R. en R.C. Kloosterman (2018) Ruimte voor de architect: een onderzoek naar de veranderingen in positie van architecten in Nederland, 2008-2018. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
Mirza & Nacey Research (2021) The Architectural Profession in Europe 2020: A Sector Study. Brussel: Architects’ Council of Europe.
Raad voor Cultuur (2018) Ontwerp voor de toekomst: pleidooi voor creatieve reflectie op maatschappelijke vraagstukken. Den Haag: Raad voor Cultuur.
Rutten, P. et al. (2019) Monitor Creatieve Industrie 2019: Nederland, top-10 steden, creatieve bedrijven en beroepen. Hilversum: Stichting Media Perspectives.
Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (2020) ‘Ontwerpend onderzoek: geen doel maar middel’. Op: www.stimuleringsfonds.nl, 11 maart.
Gesprekspartners in 2021
In 2021 hebben we de volgende personen gesproken ten behoeve van informatieverzameling voor de ontwikkeling van deze domeinpagina:
- Floris Alkemade (toenmalig Rijksbouwmeester)
- George Brugmans (directeur, International Architecture Biënnale Rotterdam)
- Dominique Geelen (coördinator architectuur, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie)
- Ludo Groen (onderzoeker, Het Nieuwe Instituut/The Berlage)
- Cilly Jansen (directeur, Architectuur Lokaal)
- Anneleen de Jong (senior beleidsmedewerker, Bureau Architectenregister)
- Jasper Kraaijeveld (beleidsadviseur, Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus)
- Jorrit Rosema (directeur, Bureau Architectenregister)
Verantwoording beeld
Depot Boijmans Van Beuningen / Fotografie: Lisa Maatjens